Tophypotheken zijn taboe tegenwoordig. Waar je tien jaar geleden nog weleens 120 procent van de woningwaarde kon lenen, geldt anno 2016 een maximum van 102 procent. In 2017 verdwijnt er weer een procentpunt en in 2018 mag je hypotheek niet meer dan 100 procent van de woningwaarde bedragen. Houdt het daar op? Verschillende overheidsinstanties adviseren om het maximale leenpercentage terug te brengen naar 90 procent van woningwaarde. 

Een dergelijke versobering van de hypotheekregels zou grote gevolgen hebben voor starters op de woningmarkt. In 2014 was de gemiddelde aanschafprijs van een starterswoning €185.000. Zouden de regels verder aangescherpt worden, dan moet je als starter voor zo’n woning dus minstens €18.500 euro aan eigen geld meebrengen. Daar komen vervolgens nog 2 procent overdrachtsbelasting, hypotheek- en notariskosten bij. Reken dus maar op € 27.750.

4 jaar sparen voor startershypotheek

Onderzoeksbureau GfK vroeg potentiële eerste huizenkopers hoe lang ze nodig denken te hebben om 20.000 euro bij elkaar krijgen voor de aanschaf van een huis. Gemiddeld dachten de respondenten daar vier jaar voor nodig te hebben. Let wel, met 20.000 euro eigen geld lukt het nog niet om een gemiddelde starterswoning te bekostigen. Je komt bijna 8.000 euro te kort.

Sparen

Het Centraal Planbureau (CPb) voorspelde onlangs dat ongeveer 70.000 starters de aanschaf van een huis moeten uitstellen als ze minstens 10 procent zelf moet inleggen. Niet alleen zal met een dergelijke maatregel de vraag naar starterswoningen terugvallen, ook de waarde van woningen zal teruglopen en de bouw van nieuwe huizen vertraagt.

Zelf geld meebrengen wel populair

Hoewel je nu nog relatief weinig spaargeld nodig hebt voor een koophuis, is zelf geld meebrengen wel populair. Volgens GfK heeft in de eerste helft van 2015 zo’n 51 procent van de starters eigen geld ingelegd bij de aankoop van een woning. Ongeveer 40 procent deed dat om de maandlasten van de hypotheek te verlagen; banken geven een rentekorting als ze niet 100 procent van de woning hoeven te financieren. Bovendien is het aflossingsdeel dan iets kleiner.

Ook kopers die doorstromen uit een andere koopwoning nemen vaker eigen geld mee. Hierbij gaat het niet per se om spaargeld. Dat geld is meestal afkomstig uit de overwaarde van het vorige huis.

Eén op de drie starters krijgt ondersteuning

GfK constateerde daarnaast dat starters ook op dit moment al vaak ondersteund moeten worden als ze een huis kopen. Ongeveer één op de drie starters kreeg een gift of lening van familie om een huis te kopen, liet een familielid borg staan of gebruikte een starterslening.

Hoe dramatisch zou het zijn als starters zich gedwongen enkele jaren moeten terugtrekken van de woningmarkt? Het is niet onrealistisch om te denken dat de gevolgen aanzienlijk zullen zijn. De afgelopen vijf jaar waren starters goed voor ongeveer de helft van alle woningverkopen.

Doorstromers zouden bij aanscherping van de hypothekeregels naar 90 procent langer moeten wachten tot iemand hun starterswoning koopt. Langer wachten betekent dalende huizenprijzen. De kans dat je hypotheek onverwacht toch (weer) onder water komt, neemt dan dus toe. 

BRON: Wegwijs.nl